- Cato Pater
Mijn jeugd, een veranderverhaal.

De halen in haar panty’s kijken mij op ooghoogte aan. Ik ben 5 jaar en Anna is mijn tweede moederhuid. ‘Krak krak’ zeggen de littekens in haar nylonkousen wanneer ik eraan trek en ze laat verdwijnen. Soms ontstaat er een gat.
‘Heb jij Anna’s panty’s nou weer vernield?’, bijt mama me dan toe met haar naar binnen gerichte ogen die vaak zo duister zijn als de nacht.
Haar geheimen lijken slecht opgeborgen maar prijsgeven doet zij ze niet.
Mijn moeder heeft voor iedere bui een persoonlijkheid.
Zelf geeft ze zelden thuis.
Anna kijkt mij dan heel samenzweerderig aan. Ze doet onderonsjes met mij.
Zij is mijn geheime toverfee. Als tiende kind krijg ik van Anna liefde op recept.
Ik hoef van haar geen boodschappen te doen, schoon te maken of bedden van de jongens te verschonen. Dat laatste: Jongens kunnen namelijk niks.
Mama geeft alleen knuffels voor klusjes.
Voordat ze naar huis gaat aait Anna mij altijd over mijn hoofd: ‘jij bent mijn prinsesje’, fluistert ze met haar zachte zwitsal-ogen die mij een paleis beloven waar ik alleen aandacht krijg.
Nu gezinsverzorgers hun opmars terug maken komt deze herinnering weer boven.
Deze ‘Anna’s’ zijn de hoeders die zorgen dat het eten op tafel komt, zij zijn de oren en ogen voor wat ongezien en ongezegd blijft. Maar vooral zorgen zij dat er voeding is voor de verlaten kinderziel.
Anna heeft zelf wellicht niet stil gestaan bij het feit dat haar aanwezigheid kinderlevens heeft gered. Dat zij tussen het strijken door een coachende rol had naar mijn moeder is mijn geluk geweest.
Zij was de hulp in huis maar tussen de regels door bracht zij nieuw evenwicht.
Toen ik later in de (jeugd -) GGZ ging werken ervaarde ik dat meerdere collega’s beschikten over jeugdgeheimen die zich transformeerden tot een goed gevulde rugzak met ervaringskennis. Gelukkig durven ook professionals steeds vaker te laten zien dat hun mens-zijn geen afbreuk doet aan hun professionaliteit maar het (bij gedoseerd gebruik) juist meerwaarde geeft. Je bent meer dan je afkomst maar ook:
Je pijn is je goudmijn.
En het magische van alles is dat ik op 4 November aanstaande een interactieve Masterclass mag geven op de TOP-middag voor projectleiders en beleidsmakers van de Transformatie agenda jeugdhulp provincie Groningen.
Dat kind van toen had nooit gedacht dat het in gesprek zou komen met mensen die weer zorgen voor de ‘Anna’s’ van nu.
Daar ga ik natuurlijk weer heel erg mijn best voor doen.
Want wat mij boeit is welke talenten deze koplopers inzetten en wat hen persoonlijk drijft om deze missie ten uitvoer te brengen. Waar zij de moed vandaan halen om dit nieuwe fundament te bouwen en hoe zij muren laten vallen die samenwerking in de weg kunnen staan. Maar ook, wat zij nodig hebben om zich staande te houden in deze transitiestorm.
Ik ben benieuwd hoe zij van elkaar leren en hoe zij hun inzichten delen.
Want veranderverhalen blijven hangen en verbinden.

De Ontwikkeldriehoek is een kapstok om het gesprek over transformatie aan te gaan. Het gaat ervan uit dat transformatie vanuit waarde gedreven moet zijn. Want wanneer je weet wie je bent, wat jou heeft gevormd en waar je voor staat dan heb je een meetlat voor je handelen. Deze interne stevigheid is belangrijk om op terug te vallen wanneer je morrelt aan bestaande structuren. Ongemak kunnen verduren is een uitdaging in 'Transformatieland', zegt ook hoogleraar Jan Rotmans in zijn icoon 'Omwenteling'. Ook hij maakt de verbinding tussen hoofd, hart en handen met persoonlijke verhalen van professionals die een omslag durfden te maken in een snel veranderende wereld. Aanrader dus.
Zo, nu weer verder met de voorbereiding. Het boek: ‘Worstelen met geboeide handen’, van wethouder jeugdhulp Peter Verschuren is wat mij betreft verplichte kost voor wie deze transformatie in de jeugdhulp wil begrijpen. En geweldig dat hij op deze TOP-middag het woord zal nemen.
Ps meer tips (boeken, documentaires etc) van harte welkom!