- Cato Pater
Inhaalliefde op recept
Bijgewerkt op: 30 sep. 2020
'Of haar olifant ook op de foto kan? De fotograaf kijkt verbaasd. Ja die lamp daar; dat ding lijkt toch op een olifant? Het lijkt me een feestelijk gezicht'.

Vernoemd zijn naar de vrouw van anderhalf miljoen (zie artikel verderop) brengt een bepaalde verplichting met zich mee. Ik heet Cato Catharina Pater en ben genoemd naar Catherina, Maria Jozefina Van Leeuwen.
Mijn moeders tante Toos.
Ook de dierenliefde heb ik vast van haar geërfd.
En een lui oog.
Tante Toosje uit Leiden keek met 1 oog de wereld in. Het andere was gericht op God.
Ze werd er niet minder charmant om. Haar collectebus, die als een verlengstuk van haar glimlach de ingang naar het Leidse treinstation bezette, vulde zich moeiteloos. Niemand kwam daar contactloos voorbij. Bewapend met snoepjes ging ieder kind, de ouders in het kielzog meeslepend, voor de bijl. Mijn tante deed aan klantenbinding voordat dit uitgevonden was.

Ik was dol op haar. Als tiende kind uit een biblebeltgezin van 11 was zij, samen met mijn tante Annie en Ome Ies - het heidense deel van de familie - mijn baken. Iedere vakantie kreeg ik inhaalliefde op recept.
Mijn ouders hadden, vermoedelijk onbewust bekwaam, geen betere naamgenoot kunnen kiezen.
Tot mijn 10 e was mijn bebrilde linker oog haar trouw. We hebben met man en macht geprobeerd om die dwarskijker te beteugelen: weken met een afgeplakt oog rondfietsen bracht niet zachtzinnige ontmoetingen met stilstaande auto’s. Mijn oog werd er niet meewerkender van.
Middels een operatie werd de navelstreng doorgeknipt.
Sindsdien kijk ik recht door zee.
Ik ben trots op mijn tante die zoveel heeft betekend voor de minder bedeelden, zoals je dat toen noemde. Ik hoop dat ik die roeping mag blijven volgen en van betekenis mag zijn voor wie dat nodig heeft.
Tante Toos werd dement en stierf als een kind met een teddy-beer in haar armen.
De lieve Heer wachtte op haar. Dat weet ik zeker.